Werken in de herfst en winter

Gepubliceerd op: Jan 17, 2023
Voor het laatst bijgewerkt op: Mar 04, 2024

In de herfst- en wintermaanden regent het vaker, waait het harder en kan het ook behoorlijk koud worden. De combinatie van regen, wind en kou koelt ons lichaam extra snel af. Je presteert minder goed en je krijgt last van koude handen of erger; je raakt onderkoelt. We moeten onszelf zo goed mogelijk beschermen tegen kou en neerslag. Ook het materieel is gevoelig voor het weer. In deze toolbox lees je hoe je jezelf én het materieel beschermt tegen herfst- en winterweer.

Kou

Veel van ons werk vindt buiten plaats. Als het dan regent, sneeuwt of vriest is het belangrijk onszelf daartegen te beschermen. Door de volgende maatregelen te nemen, voorkomen we dat we onderkoelt raken of bevriezen:

  • Draag winterkleding. Zorg er dan wel voor dat kleding los zit. Als je zweet verliest je lichaam namelijk warmte en krijg je het sneller koud.
  • Zorg ervoor dat werkplekken zoveel mogelijk zijn afgeschermd en daardoor tochtvrij zijn.
  • Neem wat vaker pauze in een verwarmde ruimte en drink warme dranken.

Sneeuw en regen

Wanneer het sneeuwt of regent heeft dit gevolgen. Je krijgt het sneller koud, maar je bent ook minder goed zichtbaar. Draag daarom een reflecterende (winter) jas en broek. Zo val je goed op als je werkt aan of langs de weg of het spoor. Probeer ook zoveel mogelijk afgeschermd te werken. Kan dit niet? Werk dan niet te lang in natte kleding, neem extra kleding mee.

Bij regen, sneeuw en mist ben je minder goed te zien. Draag reflecterende kleding om bij slecht weer goed op te vallen.

Op een open vlakte waait het vaak harder en gaat de gevoelstemperatuur omlaag. Zorg voor goede kleding en neem wat vaker pauze in een verwarmde ruimte.

Harde wind

In de wintermaanden komt het vaker voor dat het hard waait. Bij harde wind neemt het risico op ongevallen toe. Het KNMI informeert ons wanneer er sprake is van extreme weersomstandigheden. Is er sprake van harde wind, dan gelden de volgende maatregelen:

  • Bij windkracht 6 (en hoger) voeren we geen hijswerkzaamheden uit.
  • Zorg ervoor dat afzettingen verzwaard worden met zandzakken zodat ze niet omvallen of wegwaaien.
  • Werk je met materialen die weg kunnen waaien? Zet deze dan op een veilige plek neer. Berg ook spandoeken en vlaggen op.
  • Blijf de omgeving in de gaten houden voor wegwaaiende materialen die niet van onze bouwplaats komen. Kijk ook uit voor takken die van bomen vallen.

Onweer

Als er minder dan drie seconden tussen de flits en de klap zit, is onweer gevaarlijk dichtbij. Je bent dan het veiligst als je ergens binnen kunt schuilen. Gebruik tijdens onweer geen elektrische apparaten, blijf minstens op drie meter afstand van hekwerk en afrastering en blijft uit de buurt van spanningsmasten, lantaarnpalen en hoge bomen. Kun je niet binnen schuilen? Ga dan op je hurken zitten met je handen om je knieën en houd je hoofd zo laag mogelijk.

Materieel en materiaal

Naast jezelf is het materieel en materiaal ook gevoelig voor kou. Neem de volgende maatregelen kou:

  • Zorg dat het materieel en materiaal goed is afgedekt.
  • Voorzie waterleidingen van isolatie of zorg er voor dat ze zijn afgetapt.
  • Berg waterslangen op tegen de vorst.
  • Sla materiaal zoveel mogelijk hoog van de grond op, dus niet op de grond.

Onderweg kun je ook te maken krijgen met de risico’s van het weer. Houd daarom voldoende afstand, rijd rustig en zorg ervoor dat de ramen van je auto/bus ijsvrij zijn.

No items found.